Anne West (1974) begon op jonge leeftijd al met schrijven. Ze volgde na de HAVO de Vrije Studierichting van de Lerarenopleiding Nederlands aan de Hogeschool Rotterdam. Naast haar studie had ze een bijbaantje in een verzorgingstehuis en na haar diplomering ging ze full-time daar werken. Ze begon met de opleiding Verzorgende IG en heeft op verschillende afdelingen gewerkt. Na 13 jaar werd ze praktijkopleider en begon ze met het geven van trainingen. Rond die tijd kwam ook haar boek “de aardmagiër” uit. Het eerste deel van de serie “de Macht van het Zwaard”.

Inmiddels 12 titels verder, waaronder enkele chicklits voor volwassenen.In april verscheen “Lekker is dat” wat ik met plezier heb gelezen en waarvan je mijn recensie inmiddels hebt kunnen lezen op mijn blog. Na aanleiding van mijn recensie mocht ik Anne West benaderen voor een interview en heeft Dagmar Boer van de uitgeverij Zomer&Keuning een exemplaar van deze roman beschikbaar gesteld voor een win-actie. Hierover meer na dit interview:

*”Lekker is dat “ is de eerste chicklit die ik van je gelezen heb. Ik kon alleen de fantasy boekenserie “de macht van het zwaard” wat ik met plezier gelezen heb. Heb je zelf voorkeur voor een bepaald genre? Wat schrijf je liever ? En voor welke doelgroep schrijf je liever ?
Ik vind het allebei even leuk. Ik heb me de laatste jaren echt op chicklits geconcentreerd, maar ik merk dat ik nu ook weer zin heb om fantasy te schrijven. Ik vind chicklits leuk omdat ik daar veel van mezelf in kwijt kan terwijl ik bij fantasy mijn fantasie de vrije loop kan laten en dat is ook heerlijk.
*Heb je voor je een verhaal start al een heel duidelijke beeld over de hoofdfiguren, de loop van het verhaal, een soort story-board, of groeien de karakters tijdens het schrijven waardoor het verhaal nog alle kanten op kan gaan ?
Meestal weet ik alleen de namen van mijn personages en globaal waar het verhaal heen moet gaan. De personages groeien inderdaad tijdens het schrijven en soms kom ik erachter dat ze heel anders zijn dan ik dacht waardoor het verhaal een heel andere wending kan nemen. Zo was ik van plan Menno in ‘Lekker is dat!’ een grote rol te geven, maar toen kwam Harmen van Zechelen in beeld en die trok toch meer de aandacht naar zich toe.
*In ”Lekker is dat!” wil Sofie een verwaarloosde ijssalon weer leven in blazen, veel schrijvers doen research voor een verhaal (een goed excuus om veel ijs te eten zou ik denken.. ), doe je ook research voor je verhalen in de praktijk door inderdaad een ijssalon te bezoeken of maak je je eigen beeldvorming ?
De ijssalon uit het verhaal is gebaseerd op een ijssalon waar ik zelf in de zomervakanties veel ben geweest. Die salon is ook in een prachtige oude boerderij met mooie tuin. Dat zijn van die romantische settingen waar ik wat mee moet doen. En ja, het boek was een goede smoes om er extra veel langs te gaan! Verder doe ik vooral research op internet of ik maak inderdaad mijn eigen beeldvorming.
*Naast het schrijven geef je ook workshops oa. op scholen en festivals.Je schrijft dan samen een verhaal. Iets heel anders dan alleen een boek schrijven. Is dit een hele omschakeling voor je als je zo’n workshop gaat geven? Of zie je het als verlengstuk van je schrijven? En komt er wel eens iets uit waarvan je denkt “daar zit echt een boek in ? “
Het is eigenlijk meer een verlengstuk van mijn baan. Als praktijkopleider geef ik veel trainingen, dat vind ik heel leuk om te doen. En als ik dat dan kan combineren met schrijven dan is het helemaal gaaf. Het is zo mooi om te zien hoe deelnemers de mooiste verhalen op papier zetten vooral omdat diezelfde deelnemers aan het begin vaak zeggen dat ze niet kunnen schrijven. Er loopt veel talent rond in Nederland! Ik heb al regelmatig tegen deelnemers gezegd dat ze echt verder moeten gaan met het verhaal omdat het al zo sterk was. Ik hoop dat ze dat hebben gedaan. Het is voor mij geen omschakeling. Ik vind het heel leuk om te doen en ik krijg er veel energie van.
*In je biografie las ik dat je de VIG opleiding hebt gedaan en praktijkbegeleidster bent geworden. Zelf volg in nu met plezier de VIG opleiding dus ik vond dat wel een leuke overeenkomst, al ben ik nog niet zo ver … Op de werkvloer maak je heel wat mee. Zouden we in de toekomst een verhaal in deze setting kunnen verwachten ? Of vind je dat te dicht bij de realiteit komen?
Wat leuk! Ja, we maken heel wat mooie, ontroerende en unieke momenten mee in de zorg. Het is een prachtig vak dat ik graag positief onder de aandacht zou willen brengen. Mijn hoofdpersoon in ‘Cameramania’ werkt in de zorg en ook de hoofdpersoon in ‘Achter de Geraniums’, dat in oktober verschijnt, is verzorgende. In beide boeken probeer ik te laten zien dat het contact met cliënten grappig, mooi of ontroerend kan zijn. Dat is de kern van ons vak en dat is denk ik ook wat het werk als verzorgende zo leuk maakt. Voor mij komt dat niet dichtbij, ik vind het soms wel makkelijk om te schrijven over iets wat ik heel goed ken.

*Mijn dochter Femke(12) is ook, net als ik, een enorme boekenworm en wil maar één ding en dat is schrijfster worden. Ze zegt soms, voor de grap, dat ze niet meer naar school hoeft want schrijven kan ze al….Heb je een paar tips voor haar waar ze op moet letten als ze een idee in haar hoofd heeft en op papier wil zetten ?
Beginnen en niet stoppen. Sommige auteurs in spé vinden het heel moeilijk te starten met een verhaal omdat een begin vaak moeilijk is. Dat geeft niet, het begin mag waardeloos zijn, dat kun je later herschrijven. Gebruik dat niet als excuus om maar niet te starten. En je moet echt routine opbouwen. Momenten plannen om te schrijven. Op inspiratie wachten heeft ook echt geen zin. Schrijven is hard werken. Soms is het helemaal niets wat je schrijft en dan moet je het weer schrappen, maar juist dat brengt je op andere ideeën. Geef het niet op, ook als je even geen ideeën meer hebt. Dat overkomt iedere auteur.
*Femke is nu bezig met een verhaal maar ik mag er nog geen letter van lezen. Je werd gestimuleerd door je lerares bij het maken van je opstel en begon met fantasy verhalen te schrijven op de HAVO. Durfde je toen je verhalen al te laten lezen aan anderen of vond je dat juist moeilijk?
Dat vond ik moeilijk. Ik heb ze niet laten lezen. Op mijn 16e heb ik wel een verhaal opgestuurd naar een uitgever maar dat werd afgewezen en daarna heeft het meer dan tien jaar geduurd voor ik het weer aandurfde. Inmiddels weet ik dat het laten lezen van je verhaal echt helpt om de kwaliteit te verbeteren. Maar vroeger vond ik het onverdraaglijk als mensen feedback hadden. Dat is dan alsof ze je baby aanvallen of zo.
*Is er nog een ander genre wat je trekt, wat je graag zou willen toevoegen aan je oeuvre? Of juist een genre wat je nooit zou schrijven?
Ik zou misschien nog wel eens een echt literair werk willen schrijven of een spannende thriller. Wat ik zeker nooit zal schrijven is horror of science fiction. Dat is echt niets voor mij.
*Welke schrijvers/genre lees je zelf graag?
Ik lees ook graag chicklits, vooral van Sophia Kinsella. Ik lees alles van Terry Pratchett en ik lees heel veel biografieën. Daar heb ik inmiddels ook een aardige verzameling van. Het leven van mensen, ook als ik ze niet ken, boeit me.
*Heb je een schrijver waardoor je je hebt laten inspireren/ laten beïnvloeden of een boek waarvan je dacht “had ik dat maar geschreven?”…
Terry Pratchett heeft me geïnspireerd om het schrijven echt serieus aan te pakken en destijds te beginnen met ‘De Macht van het Zwaard’. Ik vind hem echt briljant. Zijn boeken hebben me ook geleerd dat humor heel belangrijk is in een verhaal. Ik wilde dat ik die hele Schijfwereld had bedacht! Het is gewoon een ijzersterke wereld met prachtige personages.
*Welk boek heb jezelf gelezen en is je tot op de dag van vandaag je zo bij gebleven dat je dit graag als leestip zou door willen geven aan een ander ?
Tja, alles van Terry Pratchett dus. Maar los daarvan: ik ben nu bezig met ‘Voor jou’ van Jojo Moyes. Ik heb het nog niet uit, maar het is lang geleden dat een verhaal me zo heeft aangegrepen.
