“de geest van het Besiendershuis” Marloes Morshuis

gest van besiender9789047715153/2022

Auteur Marloes Morshuis, uitgeverij Lemniscaat

Marloes Morshuis schrijft spannende verhalen voor de jeugd. Met name Radovar en Quotum vind ik geweldig.
Als er dan een titel komt over een bezeten huis is mijn interesse aangewakkerd.
Half okt ging in Nijmegen het interactieve project ” de geest van het Besienderhuus” van start in Nijmegen. Speciaal hiervoor schreef zij deze raamvertelling.
Het Besienderhuis bestaat echt en er gaan veel verhalen in dit huis verscholen.
Het staat al bijna 500 jaar aan de Waalkade dus niet vreemd dat het bijzondere bewoners en verhalen achter laat.
In dit verhaal gaan zes kinderen op een avond het huis binnen, ondanks de waarschuwing dit niet te doen. Ieder kind komt in een andere tijd terecht. Belanden midden in een stuk geschiedenis. Als je respect hebt voor het verleden kan je leven in het heden, is de boodschap die ze krijgen.  De Bataafse opstand en de pestepidemie zijn twee van de zes perioden die langs komen.
Voor elke tijdreis is een hoofdstuk in het boek gereserveerd en achterin het boek staat korte uitleg over de feiten waarop de verhalen zijn gebasseerd.  Een mooi stukje geschiedenis is opgeschreven.
Want verhalen vertellen kan je wel over laten aan deze auteur.
Hoewel we van start gaan met een heel spannend en spookachtig begin staan de zes ” avonturen” in het teken van overleven en verwonderen over het leven van toen.
Het spookachtige is meteen verdwenen al komt het aan het einde heel even terug.
Als je het spookgegeven als verwachting los laat hou je een aardig tijdsdocument over.
(wat ik niet had verwacht bij de cover van het boek).

” Kasteel de Boekhorst ” Jan van der Elst & Maud Mommers

boekhorst9789464240009/2021

uitgeverij Aspekt

Zoals ik mij de geschiedenislessen van vroeger herinner én van wat ik zag in de studieboeken van mijn dochter wordt er eigenlijk  weinig tot niet de aandacht gegeven aan het leven in Nederland rond de middeleeuwen. Hoewel dit toch een periode die aandacht verdient en spreekt tot de verbeelding.  Een tijd waarin ons land meer kastelen had dan wij nu denken waarvan Kasteel De Boekhorst er een van was, maar bij velen onbekend.

Zelf ben ik woonachtig in Noordwijk en de naam Boekhorst klinkt bekend in de oren. Er zijn onder andereeEen straat en  een wijkvereniging met die naam maar als je vraagt waar de naam zijn oorsprong vandaan heeft zullen veel inwoners van dit mooie dorp hier een antwoord op schuldig blijven.

Toen dit boek voorbij kwam wilde ik het meteen lezen. Niet alleen vanwege mijn interesse in deze periode maar zeker ook omdat het om een kasteel gaat wat gewoon ‘ om de hoek ’ van mijn eigen woning heeft gestaan. ( midden in de duinen bij Noordwijkerhout).

Van het Kasteel De Boekhorst is het laatste stukje overgebleven kasteelpoort (wat dateerde uit 1603) in 1897 gesloopt. Hierdoor is er geen zichtbaar bewijs meer van het bestaan van een mooi gebouw én een stuk geschiedenis van de bollenstreek.  Een kasteel dat ooit geschonken werd door graaf Floris V aan zijn familielid Aleidis van Holland. Zij was getrouwd met Boudewijn van Noordwijk, schildknaap van de grafelijkheid in de 13e eeuw.  Bij het kasteel was er sprake van een heerlijkheid, een statussymbool en ook een financieel instrument.  Aan een heerlijkheid waren, naast het kasteel,  uitgestrekte pachtvelden verbonden en het recht om te jagen. Vooral van dat laatste werd aan het einde nog veel gebruikt van gemaakt. Het kasteel heeft veel bewoners gekent die een belangrijke rol speelde in het leven van die tijd. Iedere bewoner zette zijn eigen stempel waaruit weer verhalen kwamen die de moeite waard waren te vertellen. Door vererving kwam het kasteel in een latere periode in buitenlandse handen en raakte in de loop van de 18e eeuw in verval en werd uiteindelijk afgebroken.

Dit boek, of is het meer een cahier, telt zo’n 130 pagina’s inclusief een uitgebreide lijst met voetnoten en bronvermelding. Het heeft een softcover en naast de tekst vindt je  kaarten, foto’s en illustraties van het kasteel en de omliggende landerijen.

De auteurs hebben een enorm researchwerk verricht en dat is aan de details in hun schrift ( en de bibliografie) terug te zien. Het is chronologisch neergezet en in zeer toegankelijk taalgebruik waardoor het voor een leek ook goed te lezen is. Hierdoor is het niet alleen voor liefhebbers van de Nederlandse geschiedenis een prettig naslagwerk maar zeker ook voor inwoners uit de bollenstreek leuk om door te nemen.

Met dank aan uitgeverij Aspekt voor het toezenden van dit recensie exemplaar

“Kom Atir Kom ” Agnita de Ranitz

kom atir kom9789078905196/2020

Agnita de Ranitz, uitgeverij de Brouwerij

Agnita de Ranitz studeerde kunstgeschiedenis en egyptologie en was onder meer werkzaam in het Allard Pierson Museum te Amsterdam. In 2016 debuteerde zij met de roman ‘ De vrouw op het perron‘ .

Kom Atir kom’ is een historische verhaal dat vertelt over de voetreis in 1827 van Zarafa, de eerste giraffe in Frankrijk. Een geschenk van de pasja van Egypte aan koning Karel X. Voor haar boek deed ze veel research en volgde ze dezelfde route van Marseille naar Parijs. Ze reisde ook naar Kenia om giraffen in hun natuurlijke omgeving te observeren. Hierdoor kon ze het gedrag van Zarafa goed beschrijven.  Achterin het boek zijn noten en bronvermeldingen vermeld die zij gebruikt heeft.

Etienne Saint-Hilaire is zoöloog. Hij krijgt de opdracht om Zarafa, de giraffe, ongeschonden naar Parijs te brengen. Een uitdaging die hij graag, ondanks zijn niet geheel fitte gezondheid, aanneemt. Hij heeft nog nooit een giraffe in het echt mogen aanschouwen en kan niet wachten tot hij het dier ontmoet. Na een lange voorbereiding gaat de reis eindelijk van start. Een voettocht van Marseille naar Parijs die onderweg behoorlijk wat bekijks heeft.  Zarafa is per boot vertrokken vanuit Egypte met haar begeleider Atir. Atir is voormalig slaaf, afkomstig uit Soedan, moslim, arm en ongeschoold en zwart. De tegenpool van Etienne. Etienne is al behoorlijk bevooroordeeld voordat hij Atir ontmoet.  Na een periode in Marseille gaat de reis in het voorjaar van 1827 eindelijk van start richting Parijs. Een reis van 880 kilometer die 42 dagen zal duren. Een reis waar Etienne en Atir elkaar beter leren kennen en leren waarderen. Waar vooroordelen misschien voorzichtig kunnen worden afgebroken omdat beiden heren hetzelfde doel voor ogen hebben. Om Zarafa zo veilig mogelijk te begeleiden.

Het reisverslag is chronologisch op papier gezet in een dagboekvorm. Fragmenten vanuit het perspectief van Etienne maar ook vanuit Atir. Hierdoor krijg je een kijk vanuit twee heel verschillende standpunten wat de periode van toen goed weergeeft. Met name over de belevingswereld van beide karakters en hun vooroordelen jegens elkaar en waar ze vandaan komen. Ook zijn er brieven vermeld die Etienne naar zijn vrouw Hilaire schrijft, wat een prettige en goede aanvulling geeft aan het verhaal.

De cover is al bijzonder en trok meteen mijn aandacht. In het boek zijn ook een aantal afbeeldingen gebruikt. Van bijvoorbeeld een lithografieën en een cartoon. Dit hadden er van mij wel meer mogen zijn maar misschien waren die gewoon niet beschikbaar.
Het is een bijzondere vertelling die heerlijk wegleest.  Het geeft een compleet beeld van die periode in de geschiedenis en deze reis in het bijzonder.  Verder is het boek ook compleet, een mooie vormgeving, een mooie cover, een prettige leesletter en duidelijke lay-out.

Als ik begin aan een historische roman ben ik altijd bang te verzanden in langdurige en soms saaie omschrijvingen of dat het meer naar een non-fictie geschiedenisboek neigt. Gelukkig is dat bij dit boek op geen enkel vlak het geval.  De auteur weet de lezer te boeien van begin tot het einde en je zou willen dat jezelf heb mee mogen reizen met Zarafa en haar begeleiders.

 

 

 

 

 

 

” het walviskind” Tanja Wassenberg

het walviskind cover9789463386210/2019

Tanja Wassenberg,  uitgeverij Aspekt

Tanja Wassenberg (1959) is historica en schrijver. Ze publiceerde is diverse wetenschappelijke tijdschriften en schreef dit verhaal over de Nederlandse walvisvaart. Het leest als een roman en leert ons over deze periode uit onze geschiedenis.

Tanja Wassenberg is een echt walviskind (zoals ze dit benoemt in het laatste hoofdstuk van deze familiegeschiedenis).  Geboren als een ‘moetje’ van een vader die op de walvisvaart werkte. De walvisvaart werd in de jaren vijftig van de vorige eeuw nieuw leven ingeblazen als oplossing voor het voedseltekort en het tekort aan oliën na de Tweede Wereldoorlog.

Jan Wassenberg, de vader van Tanja, wordt tijdens de hoogtij dagen van deze walvisvaart, in plaats van een volksjongen de grootste reiziger van de buurt.  Tanja groeit op al vissend met haar vader, leerde vis fileren en hoorde de schippersverhalen van haar vader aan. Na het overlijden van haar ouders vindt ze een stapel brieven uit de periode dat haar vader voer op de Willem Barendsz en correspondeerde met haar moeder. Dit was de aanleiding van Tanja Wassenberg om onderzoek te doen naar de walvisvaart in Nederland in die periode. Door ook haar vaders rol daarin te achterhalen geeft het een persoonlijk en betrokken verslag weer.

Eigenlijk wist ik niet veel van de walvisvaart en zeker niets over die van Nederland. Bij walvisvaart dacht ik meer aan ‘Moby Dick ‘ taferelen en koppelde dat nooit aan ons eigen land laat staan dat het kort na de Tweede Wereldoorlog hier een belangrijke bron van inkomsten was. De jaren vijftig van de vorige eeuw zijn nog niet eens zo gek lang geleden en mijn associatie is die bij een tijd van veel langer terug. Het verhaal trok daarom ook meteen mijn belangstelling bij het lezen van de achterzijde.

Tanja Wassenberg, heeft mede door haar persoonlijke zoektocht/verhaal er in te verwerken, een toegankelijk en duidelijk verhaal geschetst over deze periode uit de Nederlandse geschiedenis. Door het plaatsen van fragmenten uit de brieven en foto’s geeft het een realistisch beeld.  De persoonlijke noot maakt het levendiger en prettiger om te lezen. Geen saai geschiedenis verhaal vol feiten (die hier niet ontbreken hoor) maar een verhaal over echte mensen en hun geschiedenis. Zelfs mensen die niet snel een geschiedenisboek zullen oppakken zullen dit verhaal zeker

“forever 27” Godfried Nevels

Forever-27-Cover-2D9789493001107 /2019

Godfried Nevels,  uitgeverij Aspekt

Godfried Nevels zegt op zijn site dat muziek, onderzoek, true crime en schrijven vier van zijn persoonlijke interesses zijn. Het onderwerp van dit boek moet voor hem dan ook geen moeilijke keuze zijn geweest.  De ‘club van 27’ spreekt tot de verbeelding en zelfs mensen die de muziek van deze iconen niet kennen hebben er wel van gehoord.  Het is een mythe geworden die nog steeds lijkt te groeien en zich omhult met mysterie.  Een mysterie die Nevels tracht te ontrafelen in zijn goed onderbouwde naslagwerk. Een prettige schrijfstijl, het  leest als een spannend boek.

Toen ik het boek in mijn handen kreeg maakte mijn hart een sprongetje en begon ik meteen te lezen. Groot fan van de Doors en muziekliefhebber, dus meteen nieuwsgierig bij  dit mooie formaat boek, met een mooie zwarte kaft waarop zes rocksterren je aanstaren.  Een voorwoord van de inmiddels zeventigjarige Barry Hay , met daarin een klein foutje over het sterfjaar van Jim Morrison (maar dat is hem vergeven), gevolgd door een inleidend hoofdstuk passeren er 10 sterren de revue die op de leeftijd van 27 jaar het aardse verlieten.  De eerste was Robert Johnson, waarschijnlijk de minst bekende van de rij, een blues muzikant die stierf in 1938. Zijn dood werd omgeven door mysterie en dat samen met zijn leeftijd laat hem zeker in deze rij passen.  De meeste muzikanten worstelde met het beroemd zijn, met drugs en bij sommige veel raadsels bij hun dood. Twijfels over moord of zelfmoord, zaken die nooit zullen worden opgelost. Sommige verhalen bekend, aangevuld met anekdotes en verhalen van mensen uit de directe nabijheid.

Halverwege het boek vind je een drietal intermezzo’s. Een over het getal 27 , een over sterfgevallen net voor of na hun 27e jaar ( dat blijken er meer te zijn dan op 27e jarige leeftijd zelf) en ‘famous last words’. Leuke weetjes en een leuke aanvulling op het geheel.

Kortom een heerlijk boek om je even in te verliezen.  Terwijl je de verhalen leest hoor je de muziek in je hoofd.  Een mooie reis door de tijd.

Het mysterie 27 blijkt iets wat wij zelf er van gemaakt hebben. Een beetje toeval en een begrip wat tot grote hoogte is gestegen terwijl het  geen wetenschappelijk onderlegde basis heeft. Maar dat is ook niet nodig, mensen hebben af en toe gewoon een vleugje mystiek nodig.

 

 

 

 

 

“de verendief” Kirk Wallace Johnson

9789045030883-de-verendief-m-LQ-f.png9789045030883/2018

Kirk Wallace Johnson, vertaling Hanneke Bos, uitgeverij Atlas Contact

Kirk Wallace Johnson schreef voor The New Yorker, The New York Post en The Washington Post. Eerder schreef hij het boek To be a friend is fatal, over zijn inspanningen voor de hervestiging van Iraakse vluchtelingen in de Verenigde Staten. De verendief is een spannend waargebeurd verhaal waarbij hij in een aparte geschiedenis en wereld is gedoken. Een wereld over vogels, vliegbinden en een wel heel aparte diefstal.

Op een avond in 2009 stapt een twintigjarige Amerikaanse man in de trein naar het Natural History Museum in Tring, bij Londen, waar een van de grootste ornithologische collecties ter wereld is. Hij breekt in en met een buit van honderden geconserveerde vogelsoorten verlaat hij het pand weer. Twee jaar later staat Kirk Wallace Johnson in een rivier met een vliegvisgids die hem vertelt over de roof. De journalist gaat op zoek naar de verdwenen veren wat hem brengt bij een subcultuur die totaal nieuw voor hem is:  de victoriaanse kunst van het vliegbinden.

Op de cover prijken geconserveerde vogels met de tekst ” schoonheid, obsessie en de vogeldiefstal van de eeuw”. Gecombineerd met de tekst op de achterflap en zelf zat vis-fanaten in de directe omgeving was ik zeer nieuwsgierig naar dit boek. Ik ben dus wel bekend met de wereld van vissen, het enorme aanbod aan materialen waarbij ook de meest uiteenlopende aassoorten. Misschien dat ik daarom wel extra interesse in dit verhaal had?  Ik moet zeggen dat ik nog nooit van de vogeldiefstal van de eeuw had gehoord en het is wel een heel bijzonder verhaal.

Allereerst mijn complimenten voor de auteur. Hij heeft zich in het onderwerp vastgebeten, zeer veel research gedaan en een zeer compleet verhaal neer gezet. Het verhaal is in drie delen opgeschreven. Het eerste deel is een stuk geschiedenis die rond 1840 van start gaat en de reis volgt van de vogels naar het museum. Dit gaat niet zonder slag of stoot en de ontdekkingsreizigers krijgen veel voor de kiezen. Ook wordt de lezer op de hoogte gebracht van de victoriaanse broederschap van vliegbinders ( een vak apart).   Het tweede deel gaat over de inbraak van Tring, hoe het de inbreker ( en de vogels) verder gaat en de rechtszaak die volgt. Het laatste deel gaat over het onderzoek van de auteur, hoe hij de betrokkene bij de zaak bezoekt, hoe hij in de wereld van het vliegbinden duikt en daar probeert een voet tussen de deur te krijgen en de manier dus waarop het verhaal tot stand kwam.  Vervolgens is er verantwoordingslijst bij de vele voetnoten in het boek en zijn er enkele kleurenfoto’s in het boek geplaatst die betrekking hebben op het verhaal.

Het eerste stuk was even inkomen voor mij. Dit kwam denk doordat dit meer feitelijke informatie was met veel voetnoten en niet zo vlot geschreven was als de rest van het boek wat zich prima laat lezen als  een vlotte literaire thriller. Het verhaal op zich is zo apart dat je het je haast niet kunt voorstellen dat het echt gebeurd is.  Eenmaal gewend door de schrijfwijze van het eerste deel werd mijn interesse steeds meer geprikkeld en zat ik volledig in het verhaal.  Toen de daadwerkelijke misdaad aan bod kwam in het tweede deel ontpopte het zich tot een page-turner en verbaasde ik mij over de simpele wijze waarop iemand kon inbreken en vooral zo weer naar buiten kon wandelen.

Niet alleen voor geschiedenisliefhebbers of mensen uit de vliegbindwereld is het interessant om te lezen. Naast het feit dat ik nu wel meer af weet van de geschiedenis die er achter zit heb ik vooral kunnen genieten van een heel mooi en spannend verhaal.  Het is knap dat de auteur non-fictie zo boeiend weet neer te zetten waardoor je wilt blijven lezen.

Met dank aan Atlas Contact: de club van echte lezers, waar ik dit boek voor mocht lezen. De afbeelding van de cover komt van de site van de uitgeverij en de informatie van de schrijver en de inhoudsopgave komt van de cover van het boek.

 

 

“vandaag heb ik een Papoea ontmoet” Aad Kamsteeg

9789463383356.jpg9789463383356/2018

Aad Kamsteeg, uitgeverij Aspekt

Journalist Aad Kamsteeg trok twee keer door Papua.  In dit verslag schrijft hij het levensverhaal van Chris Padwa op en neemt de lezer mee in de geschiedenis van Papua.

Nieuw-Guinea, tijdens de Tweede Wereldoorlog bezet door Japan en daarna weer overgedragen aan Nederland. Nederland beloofde zelfbeschikking en onafhankelijkheid maar daar kwam niets van terecht. Onder buitenlandse druk en via een valse volksstemming kwamen ze onder Indonesisch bestuur terecht.  Door de massale komst van vooral Javanen zijn de Papoea’s een minderheid in hun eigen land geworden.  De Papoea’s lijden onder grove schending van de mensenrechten, worden economisch gemarginaliseerd en door ontbossing dreigt de biodiversiteit van hun land te worden vernietigd.   Chris Padwa maakte het allemaal mee. Hij hoopte ook op een zelfstandig Papua, hij werd opgepakt en gemarteld. Hij en zijn gezin worden tot op vandaag gediscrimineerd.

Ik denk dat ik net als veel andere Nederlanders wel gehoord heb van Nieuw-Guinea maar weinig weet van wat daar heeft afgespeeld en wat er nu nog speelt. Ik wist dat het een kolonie van  Nederland is geweest maar echt veel aandacht is er bij onze geschiedenislessen weinig over geweest en er wat dat al mocht zijn het is niet echt blijven hangen.  Jammer , want het hoort toch bij onze geschiedenis.

Aad Kamsteeg heeft in een kleine novelle niet alleen het levensverhaal van Padwa voor ons opgeschreven maar geeft ook een belangrijke geschiedenisles.  Een harde geschiedenis voor de Papoea’s en ook Padwa heeft behoorlijk veel ellende meegemaakt.

Een klein boek met veel (harde) feiten, maar wel met een vlotte en scherpe pen geschreven waardoor je als lezer door het verhaal schiet, een verhaal wat boeiend is van begin tot het einde.  Je leert niet alleen de mens maar ook zijn land kennen.  Een verhaal wat eigenlijk op elke MBO tijdens de geschiedenislessen aandacht moet krijgen.

 

De cover en de inhoudsopgave van het boek komen van de site van de uitgeverij

 

 

 

 

” Berichten uit een Amsterdams kraakhuis 1978-1995″ Martijn van der Molen

kraakhuis 9789463381758/2017

Martijn van der Molen, uitgeverij Aspekt

In de Nieuwmarktbuurt in Amsterdam is omwille van de metro aardig wat sloopwerk gedaan. Veel huizen werden met de grond gelijk maakt maar één huis bleef staan. Dat was de woning aan de Kleersloot nummer zeven. Dit is het huis wat Martijn met haar dochtertje gaat betrekken. Ze zal er tot 1995 blijven wonen.  In die achttien jaar heeft ze veel doorstaan en meegemaakt. Dit deelt ze met ons in achttien korte verhalen.

Voor elk jaar een verhaal, elk verhaal heeft als titel dan ook een jaartal. Van 1978 tot 1995. Waarbij ze in het eerste hoofdstuk de woning betrekt en in het laatste hoofdstuk het  verlaat. Na een mooi voorwoord van Geert Mak lezen we de verhalen van Martijn.

Net gescheiden trekt ze met haar dochter in het huisje op Kleersloot 7. Voordat ze er ging wonen had menig junk dit als uitvalbasis dus haar eerste strijd was de voormalige bewoners de deur te wijzen. Dit ging niet altijd zonder slag en stoot.

Verder lezen we over de armoedige omstandigheden, een pand zonder warm en stromend water. Het water kwam via de tuinslang bij de buren vandaan want het waterbedrijf vertikte het om haar aan te sluiten al stuurde ze wel de rekening. Over hoe blij je kan zijn met eenvoudige zaken en hoe belangrijk vriendschappen zijn. Hoe er neer wordt gekeken op mensen die leven in een kraakpand in die volksbuurt ( ook door haar eigen familie) en hoe een hele buurt op de bres springt om haar woning te kunnen behouden van sloop.

In één van de verhalen krijgt ze bezoek van een journalist in spé die haar wil interviewen over het leven in een kraakpand. Hij had echter het beeld van een idealist met hanenkam, graffiti en spandoeken.  Ik denk dat dat wel een beetje het beeld is bij de kraakbeweging in de jaren zeventig/tachtig van de vorige eeuw die de gemiddelde Nederlander heeft, in ieder geval van de generatie van na die periode. Het is dan ook goed dat dit verhaal op papier gezet is omdat stereotype te ondermijnen en ook eens een andere kant van het verhaal te vertellen. De foto’s en illustraties van het huis, de straat en zijn bewoners sluiten goed aan en zetten de verhalen kracht bij.

Een mooi en persoonlijk verhaal over een bijzondere periode, niet alleen uit haar leven maar ook uit de geschiedenis van de kraakbeweging.

 

” Walt Disney, de man, de muis, de magie” Rein van Willigen

walt disney.jpg 9789463382847/ 2017

Rein van Willigen, uitgeverij Aspekt

 

Rein van Willigen mag zich de Disney-kenner en verzamelaar van Nederland noemen.  Hij was winnaar van de KRO-kwis Pyramide, hoofdgast in TROS’Pakhuis en bedenker en maker van de opvallende expositie De Magie van Disney voor het Noordbrabants Museum.  Hij schreef eerder het boek Mou$e Entertainment en nu dus een biografie over Walt Disney.

Iedereen kent de Disney films die vandaag de dag nog steeds voor succes in de bioscoop zorgen. Iedereen kan er meerdere  noemen. Denk aan Alice in Wonderland,  Sneeuwwitje en ach ga zomaar door. Maar veel weten we eigenlijk niet over Walt Disney, de grondlegger van dit imperium. In het boekje las ik zelfs dat  een student een “college Disney “volgde en na afloop vroeg  aan Jack Kinney, tekenaar en reggiseur: “ Wie is Walt Disney? “. Na het lezen van dit boek kunnen wij in ieder geval deze vraag zelf beantwoorden.

Na een voorwoord van Thom Roep ( al vijftig jaar verbonden met het tijdschrift Donald Duck), neemt Rein van Willigen ons mee om in het leven te duiken van Walt Disney (1901- 1966).

In chronologische volgorde leren we over zijn jeugd, de opvoeding die hij genoot, zijn eerste stappen naar het maken van films en later zijn droom om een themapark op te richten.  Als ze toen geweten hadden dat het jaren later nog steeds een enorm succesvol park is hadden de investeerders indertijd  niet zo terughoudend geweest.

Het is leuk om te lezen dat kleine details terug kwamen in zijn werk. Iets waar je als leek niet bij stil zou staan.  Zo is het opvliegende karakter van zijn vader terug te zien in het karakter van Donald Duck en is het plattelandsleven waar hij zijn jeugd doorbracht de achtergrond van menig verhaal uit Duckstad.

Walt Disney groeide op in een gezin met twee oudere broers en een jongere zus. Eén van zijn broer zou hem op zakelijk gebied jarenlang bijstaan en adviseren. Zonder zijn inzicht zou het Disney Imperium nooit zo kunnen groeien.  Walt Disney was een eigenzinnige man en was niet altijd even zakelijk als hij een nieuw idee had wat in zijn ogen gewoon moest gebeuren. Ook bleek hij de grondlegger van wat we nu de videoclip noemen, de eerste tekenfilm in kleur, de avondvullende tekenfilm, de eerste stereo televisie-uitzending en het surround-systeem.  Iets wat ik voor het lezen van deze biografie niet wist.

Een interessant boek over een interessante man, ik kan niet anders zeggen. Rein van Willigen heeft een zeer gedetailleerd verslag gemaakt. Het leest lekker weg en brengt de mens achter de naam Walt Disney weer even tot leven.

 

De afbeelding van de cover komt van de site van de uitgeverij

 

 

 

“Weet je nog van vroeger?” Bert van Nieuwenhuizen

97894633826639789463382663/2017

Bert van Nieuwenhuizen, uitgeverij Aspekt

Bert van Nieuwenhuizen schreef eerder het boek “goeie ouwe radio” en in dit boek gaat hij wederom op de nostalgische toer. Hij haalt herinneringen op voor de babyboomers die opgroeide tussen 1945 en 1970. En wat is er in die tijd veel gebeurd… Koningin Juliana ontving op haar verjaardag het gewone volk in haar tuin, Willem Drees zorgde voor de invoer van de AOW en meer bij huis: de komst van de wasmachine, de koelkast en de televisie, de winkels dicht op zondag, de rijsttafel kwam overwaaien uit Indonesië, samen met de eerste immigranten, om maar eens wat voorbeelden te noemen.

In vijftig heel korte hoofdstukken komen er net zoveel anekdotes voorbij. De schrijfstijl is eenvoudig en de gebeurtenissen spreken voor zich. Voor de doelgroep uit deze periode is er een zee van herkenbaarheid. Zelf ben ik geboren in 1970 maar ik heb nog wel een staartje van het een en ander meegemaakt en mijn oudere familieleden en kennissen konden inderdaad wel met de herinneringen uit het boekje mee praten. Dit leverde leuke gespreksstof op bij een verjaardag. Die vroeger ( volgens het boekje) werd gevierd om de grote tafel met daarop een glaasje met sigaretten, een koekje bij het tweede kopje koffie en stukjes kaas en worst bij de borrel.

Voor jongeren zullen deze anekdotes misschien wel ongeloofwaardig overkomen. Die kunnen zich niet voorstellen dat er een tijd is geweest zonder televisie en sociale media. Een tijd waarin niet eens elk gezin nog een telefoon had en als ie er al was zat er een snoer aan… Bij het laten lezen van sommige hoofdstukjes aan mijn dochter van veertien kwam er meerdere malen de opmerking dat ze zich dat echt niet kon voorstellen, terwijl het nog niet eens zolang geleden is geweest. Verder had ik tijdens het lezen het gevoel wat het oude polygoon journaal, een stukje nostalgie wat opleefde, ik hoorde de tekst bijna in mijn hoofd voorgelezen door die stem van dat bioscoopjournaal.  Het was een leuke trip naar ‘memory lane’, waarbij het van sommige zaken jammer is dat het is veranderd maar bij andere blij dat het niet meer zo is zoals toen…